Snijders&Rockoxhuis - Verbeelde Weelde - verdieping

Tentoonstelling

Verbeelde Weelde

Topstukken uit het oeuvre van Jan Davidsz. de Heem (Utrecht, 1606 – Antwerpen, 1684)

Museum, Snijders&Rockoxhuis, 27 april – 1 oktober 2024

Jan Davidsz. de Heem is in zijn tijd een bijzondere kunstenaar in de Nederlanden, een regio in verdeeldheid sinds de Val van Antwerpen in 1585. Als schilder weet hij over de landsgrenzen heen de schoonheid van het stilleven naar een hoogtepunt te brengen, enerzijds door zijn hoge kwaliteitseisen, anderzijds door steeds op zoek te gaan naar vernieuwing en het genre erg levendig te houden.

Hij is opgegroeid in Utrecht, waar hij kennismaakte met de kunst van Balthasar van der Ast, die tot de eerste generaties van zelfstandige stillevenschilders behoort. Een vrij nieuw genre dat aan het begin van de zeventiende eeuw het pure van de natuur in beeld brengt, verstild, in keurige vaasjes, in strakke nissen, op schotels gepresenteerd maar verblindend mooi. De Heems vroegste schilderijen, composities met vruchten, vertonen invloed van Van der Ast. In Leiden zet De Heem de volgende stap en concentreert zich op monochrome composities, met vooral boeken, documenten en soms muziekinstrumenten kunstig geschikt.

Halverwege de jaren 1630 komt De Heem naar Antwerpen, de stad waar intussen ook veel talent van eigen bodem werkzaam is in de stillevenkunst. Jan Brueghel de Oude is dan reeds overleden, maar zijn nazaten borduren voort op zijn werk, Jan Brueghel de Jonge en Jan van Kessel. Ook zijn leerling, Daniël Seghers, en Jan Philip van Thielen en Philips de Marlier liggen goed in de markt. Maar eveneens Adriaen van Utrecht, Frans Snijders, Jan Fijt en Peter Boel zijn in Antwerpen bedrijvig in het schilderen van stillevens. De Heem schildert er zijn eerste bloemstillevens en pendelt tussen Antwerpen en Utrecht waar hij zich omstreeks 1658 opnieuw zal vestigen. Hij gaat er in dialoog met onder anderen de kunstenaars Maria van Oosterwijck en Abraham Mignon, leerlingen, maar tevens sterke persoonlijkheden. Jan verhuist in 1672 definitief terug naar Antwerpen waar hij verder schildert, maar in contact blijft met zijn entourage in de Noordelijke Nederlandsen. De kwaliteit van zijn werk blijft hoog, doch de productie neemt stilaan af.

Dr. Fred G. Meijer is curator van deze tentoonstelling. Als gewaardeerd expert in de schilderkunst van de Noordelijke en de Zuidelijke Nederlanden in de zeventiende eeuw en meer bepaald gerenommeerd voor zijn onovertroffen kennis in de stillevenschilderkunst van die periode, is hij de uitgelezen curator voor deze tentoonstelling. In 2016 promoveerde hij op een monografisch proefschrift over het leven en oeuvre van Jan Davidsz. de Heem, dat gepland is om voor de opening van de tentoonstelling als boek te worden uitgegeven.

Het Snijdershuis is deel van het museum Snijders&Rockoxhuis in Antwerpen en de voormalige woonplaats van Frans Snijders, de Antwerpse schilder van stillevens, markten, dierstukken en jachten. Dat we deze zeventiende-eeuwse patriciërswoning als tentoonstellingsplaats kiezen om topstukken uit het oeuvre van De Heem te tonen, ligt voor de hand. De Heem heeft een groot deel van zijn leven in Antwerpen doorgebracht. Snijders’ observatievermogen en zijn kunde om zo realistisch mogelijk te schilderen, maar ook zijn talent om orde in een overdaad aan objecten te scheppen hebben zeker indruk gemaakt op De Heem. Bovendien herkennen we in enkele van De Heems composities de ruimtelijke dynamiek die Snijders in zijn schilderkunst heeft gecreëerd. De Heem paste deze techniek toe om zijn rijke stillevens gestalte te geven waardoor we ze vandaag als monumentaal en ook wel theatraal ervaren. De onderwerpen op deze schilderijen zijn dure, zeldzame ook wel opzichtelijke objecten die De Heem zeer tactiel heeft geschilderd. Een schittering van goud, zilver, vermeil en parelmoer, een streling voor het oog, een bijzondere waarneming.